Soms moet je jezelf ook eens goed verwennen. Plan een heerlijke spadag in met een lekker glas champagne en als hapje een paar petit fours. Zeker weten dat je goed tot rust komt! Maar wat zijn petit fours eigenlijk? Petits fours werden uitgevonden in het 19e -eeuwse Frankrijk, maar verspreidden zich snel over heel Europa als een theetijd delicatesse.
Het is gemakkelijk te begrijpen waarom: deze hapklare lekkernijen zijn net zo mooi om naar te kijken als dat ze heerlijk zijn om te eten. Petits fours maken vandaag de dag een comeback en petits fours recepten worden zeer populair. Er zijn zowel zoete als hartige petits fours soorten – de hartige zijn bijvoorbeeld de hapjes die je zou zien op een cocktailparty.
De zoete zijn er in een paar verschillende soorten: er zijn taart- en ijsvormige versies, maar ook bladerdeegversies en ongekoelde versies, zoals met fruit gevulde petits fours die op dezelfde dag moeten worden gegeten als dat ze zijn gebakken.
De petit four heeft zijn naam te danken aan de warmte-instelling waarmee ze zijn gemaakt. Ook al betekent petit four in het Frans “kleine oven”, worden petit fours niet in kleine ovens gebakken! Vroeger bakte Franse bakkers vlees en andere etenswaren op de hoge warmte standen, en als de kolenoven afkoelde werd er een vel met petit fours ingelegd. Door hun kleine formaat zouden ze nog steeds perfect koken. Hierdoor konden ze de meest efficiënte verwarmingsmethoden gebruiken, terwijl ze tegelijkertijd heerlijke desserts maakten.
Hoe spreek je “petit four” uit?
Om het eenvoudig te houden, zeggen we “petit” als “petty” zoals in Tom Petty, en four als moer, maar dan met een f aan het begin. Het klinkt beter als je een echte Franse uitspraak hebt, maar dit is niet aan te raden tenzij je echt weet wat je doet.
Wat voor petit fours zijn er?
Er zijn drie verschillende soorten petit fours:
- Sec (droog) – gewone kleine taartjes zoals bladerdeeg.
- Glacé (geglazuurd) – versierd met fondant of glazuur.
- Salé (gezouten) – hartige petit fours geserveerd als voorgerecht.
